Het is een vreemde dag met onbestemde kleuren
De wind is stil, de wereld wacht op wat er gaat gebeuren
Er komt een loper aan met vleugels aan zijn voeten
Hij schreeuwt, maar is niet te verstaan
Wat zou hij van ons moeten
(Uit: De engel is gekomen, Boudewijn de Groot)
Het is alsof ik buiten de wereld sta.
Daarbuiten gebeurt het. Daar zijn op IC’s in plastic gehulde zorgverleners bezig om mensen in slaap te brengen en te beademen. Daar zitten ouderen opgesloten in hun huizen, hun kamers. Daar begraven mensen hun dierbaren, in kleine kring en distantie betrachtend. Daar schrapen ondernemers aan de keukentafel hun beste ideeën bij elkaar om toch nog iets te verdienen. Daar proberen vakkenvullers in fluorescerende hesjes hun werk te doen en ondertussen het winkelend publiek op anderhalve meter afstand te houden. Daar werken politici aan een exit-strategie en wetenschappers aan het verlossende vaccin.
Hierbinnen verduren we het. Kijken we naar de traag verschuivende wijzers van de klok, alsof we in een wachtkamer zitten zonder te weten hoe laat we op de afspraak verwacht worden. Proberen we onze teleurstelling te verpakken in hoop. Houden we de adem in. Doorstaan we de tijd.
We werken, doen boodschappen tussen transparante schermen en strepen van tape, koken en eten, kijken films, drinken koffie in de zon, wieden het onkruid. We passeren mensen op gepaste afstand tijdens onze dagelijkse wandelingen en zwaaien naar de gezichten van familie en vrienden op onze laptops. We klagen over de leegte of beklagen ons om onze met werk en kinderen volgeladen dagen. Planloos dobberen we rond, niet wetend wanneer we deze zee van onzekerheid, deze vleesgeworden schijnwereld weer mogen verruilen voor het vertrouwde.
En onder elke handeling, iedere gedachte die vreemde onderstroom.
Comments