De wereld verandert razendsnel. Hoe ziet ons leven er over pakweg dertig jaar uit? Leren kinderen nog met de hand schrijven? En bestaan er nog schriften, boeken, schrijvers en copywriters? Deel 1 van een gedachtenexperiment over de toekomst van het schrijven.
2030
Vanochtend bladerde ik bij de koffiemachine even in de februari-editie van Kampioen, het magazine van ANWB. Na een artikel over het kopen van tweedehandsauto’s te hebben gelezen, viel mijn oog op een artikel over mobiliteit in 2030. ‘Autorijden gaat de komende decennia compleet veranderen’, schrijft Bas van Putten in de inleiding. ‘We gaan elektrisch rijden, er komen autonome auto’s die met elkaar communiceren, en in steden gaan we massaal auto’s delen.’ Heerlijk, zo’n gedachtenexperiment, dat misschien wel een blik op de toekomst is. De nabije toekomst zelfs, want 2030, dat is al over twaalf jaar!
2050
Probeer je nog wat verder te denken, richting het jaar 2050, dan zijn de auto’s misschien wel grotendeels vervangend door duurzame, zelfsturende, vliegende transportmiddelen en is energie vrijwel gratis beschikbaar geworden. We wonen vooral in slimme en duurzame megasteden (we zullen wel moeten, want de wereldbevolking is tegen die tijd enorm toegenomen) en werken samen met mensen over de hele wereld, want dankzij de technologie is de wereld heel klein geworden en zijn taalverschillen geen barrières meer. Omdat veel werk door computers en robots gedaan wordt, is er minder werk voor mensen. Zij krijgen daardoor meer tijd voor recreatie en maatschappelijke inzet.
Het zou kunnen.
2018
Maar zover is het nu nog niet. Het is het jaar 2018, en ik ben schrijver en tekstschrijver. Zou dat beroep in 2050 nog bestaan? Welke trends en ontwikkelingen zijn er in het schrijversvak waar te nemen en te verwachten?
De geschiedenis van het schrift
De toekomst is een verlengstuk van het heden, het heden een verlengstuk van het verleden. Laten we daarom eerst eens achteromzien.
Dan zien we dat schrijven in de geschiedenis van de mensheid nog een noviteit is.
De aarde is zo’n 4,5 miljard jaar oud en de oudst bekende mensachtigen verschenen ruim 4 miljard jaar geleden. Blijkbaar waren we in ons bestaan als mens lange tijd tevreden met alleen rotstekeningen en zijn we niet meteen op het idee gekomen om te gaan schrijven, want het oudst bekende schrift is pas 3.300 jaar voor onze tijdrekening ontstaan. Het alfabet dat wij in Nederland gebruiken, het Latijnse alfabet, ontstond zo’n 500 voor Christus.
Pas aan het eind van de Middeleeuwen werd de boekdrukpers uitgevonden en werd het voor het eerst mogelijk om kennis en ideeën gemakkelijker te verspreiden. En heel recent werd dat nóg makkelijker, namelijk toen het digitale tijdperk zich in de jaren ’90 begon te ontwikkelen.
Ik vind het interessant dat de mens in haar geschiedenis in feite nog maar pas ontdekt heeft hoe hij kennis en ideeën kan verspreiden. Het schrift, het alfabet en de drukpers mogen zich tot de belangrijkste uitvindingen ooit rekenen, zeggen veel mensen nu, vanuit het perspectief van deze tijd. Met name de drukpers heeft een enorme kennisrevolutie in gang gezet. Maar inmiddels is dit vindingrijke apparaat alweer een museumstuk aan het worden. Dus nu vraag ik me af: zullen het schrift en het alfabet wél standhouden? Hoe lang nog?
In het volgende blog: leren kinderen over dertig jaar nog met de hand schrijven?
Comments